‘Ik geef alles, ik ga sterven’
Na een ontmoeting met Yves Montand weet Vlaming Olivier Laurent: ik ga de muziek in. Inmiddels heeft de zanger genoeg bagage om Jacques Brel overtuigend te vertolken.
Door Annerieke Simeone. Gepubliceerd in Den Haag Centraal, 12 december 2019
Midden in het gesprek staat Olivier Laurent op. “Kijk, zo.” In het Haagse eetcafé ROOM waar om hem heen mensen kopjes thee drinken, stampt hij met zijn linkerbeen op de vloer en zet zijn rechterbeen er net zo hard naast. Terwijl hij zijn bovenlijf krachtig heen en weer beweegt, steekt hij zijn arm uit en wijst met wijsvinger en duim naar de interviewer. Zo beweegt Jacques Brel dus. De Franstalig Vlaming maakte er een studie van. “Meer dan een jaar heb ik alle opnames, alle details, bekeken.” Hij sprak met bekenden van Brel om hem beter te doorgronden voor zijn show, die eind deze maand in het Kurhaus de Nederlandse première beleeft.
“Het is de zwaarste show die ik ooit heb gegeven,” vertelt de tengere man met zwart haar. “Bij elk optreden val ik twee kilo af. Voordat ik het podium betreed, zeg ik tegen mezelf: ‘Ik geef alles, ik ga sterven.’ Mijn muzikanten dachten in het begin dat ik zou flauwvallen. Zodra ik mijn krappe jasje aandoe, ben ik een energiebom, net als Brel dat was.” Het vertolken van Brel, een wereldnaam naast andere Franse zanggrootheden als Charles Aznavour, Serge Gainsbourg en Gil- bert Bécaud, is niet nieuw. Vele artiesten gingen Laurent voor. Maar als hij de eerste zin van ‘Ne me quitte pas’ inzet, raak je overtuigd. Hier staat Jacques Brel.
Nu is Olivier Laurent (1975) ook een geweldige stemmenimitator. Eros Ramazzotti, Mick Jagger, Frank Sinatra, hij draait er zijn hand niet voor om. In Gent, waar zijn grootvader woonde, grasduinde hij als kind graag tussen de lp’s, om vervolgens iedereen in de kamer te verrassen met zijn stemgeluid. Enthousiast: “Ik zong mee met opera’s.” Als 6-jarige ontmoette hij de Frans-Italiaanse zanger en acteur Yves Montand tijdens een vakantie in het Zuid-Franse Saint-Paul-de-Vence. “Met mijn ouders liep ik langs wat mannen die een potje jeu de boules speelden. Montand vroeg of ik mee wilde doen. Daarna nodigde hij ons uit in het restaurant waar hij ’s avonds optrad. Magnifique, dacht ik. ‘Wat doet u voor werk?’, vroeg ik na afloop. ‘Dit is mijn werk,’ antwoordde Montand. Ja, toen wist ik: dit wil ook.”
Net als Jacques Romain Georges Brel (1929- 1978) is Laurent een geboren Belg, wonend in Frankrijk. Net als Brel koos hij voor een andere carrière dan zijn ouders voor ogen hadden. “Alles wees erop dat Brel zijn vader zou opvolgen als directeur van een kartonfabriek. Maar hij liet zijn gezin achter en trok naar Parijs.”
‘Mijn muzikanten dachten in het begin dat ik zou flauwvallen’
De familie van Laurent verwachtte van hem op z’n minst een titel als dokter of ingenieur. “Ze hebben me niet gesteund in mijn beslissing. Het conservatorium wilden ze niet voor mij betalen, ik moest alles zelf leren.” In een maïsveldje had hij een zelfgebouwde houten studio met apparatuur, totdat een grote oogstmachine zijn bouwwerk verpulverde.
Pariscope
Toch bleef hij bij zijn beslissing: hij zou zanger worden. Zonder geld pakte hij – tweeëntwintig jaar oud – de trein naar Parijs, waarin hij zich opsloot op het toilet om niet gesnapt te worden. Twee dagen sliep hij in de buitenlucht. Bij toeval kreeg hij het populaire weekmagazine Pariscope in handen waarin een oproep stond voor een imitatiewedstrijd in Petit Casino de Paris. Laurent ging en won een Peugeot, die hij meteen verkocht. Van het geld betaalde hij zijn onderdak. Niet lang daarna deed hij mee aan de talentenjacht ‘Graines de star’ die primetime op de commerciële tv-zender M6 uitgezonden werd. “Sindsdien kan ik van mijn optredens leven.” Laurent had shows in Montreal, Beiroet, Londen en New York maar vindt zich, nu hij de veertig gepasseerd is, pas geschikt om Brel te vertolken. “Ik heb het al eens eerder geprobeerd, zo’n tien jaar terug, maar toen had ik nog niet genoeg bagage, nog niet zo’n sterke stem.”
Met die stem zit het inderdaad wel goed. Met het verstrijken van het interview lijkt hij steeds meer in zijn element. Zijn volume gaat omhoog, zijn armgebaren worden groter. Misschien een goed moment om naar zijn liefdesleven te vragen. Was dit net zo turbulent als dat van Brel? Serieus: “Nee, een stuk kalmer, ik heb al jaren een partner met een rustige marketingbaan. Zij snapt dat ik dit moet doen, zij weet hoe ik ben.” Ze duldt zijn lange werkdagen, zijn nog langere fietstochten (‘zo’n 12.000 kilometer per jaar’) en zijn impulsieve acties. Zoals toen hij op Google de woorden ‘maison de charme’ intikte en daarna het eerste huis kocht dat hij tegenkwam, in Chinon. Ook toen ging zijn levensgezellin mee zonder te protesteren. Laurent met zijn onvervalste zuidelijke tongval: “Allez, ze vond het juist spannend.”
Op 28 december staat Laurent in het Kurhaus. “Ik heb mijn show een beetje voor jullie aangepast. Sommige nummers zing ik in het Nederlands. Ik geef er mijn eigen touch aan.” Wordt ‘Ne me quitte pas’ zijn laatste lied? Hij laat een stilte vallen. “Nee, ik kan je nog niet zeggen wat de laatste act wordt. Maar ‘Ne me quitte pas’ komt zeker voorbij. Mijn accordeonist kijkt tijdens dat nummer altijd naar de grond, nooit de zaal in. Mensen kruipen tegen elkaar aan, pinken een traan weg. Dat leidt hem te veel af van zijn spel. Wat ik doe? Ik huil ook, altijd.”
Tickets
Zaterdag 28 december, 20.00 uur
Kaarten vanaf €39
Verkrijgbaar via de Nationale Theaterkassa
brel.ntk.nl / 0900 – 9203 (45 cpm)